Summary
Swedish to Dutch: more detail...
- relation:
-
Wiktionary:
- relation → relatie, betrekking, verhouding, opzicht, vertelling, relaas, verhaal, vertelsel, bekende, kennis, verstandhouding, omgang, verband, verkeer
Swedish
Detailed Translations for relation from Swedish to Dutch
relation:
-
relation (förbindelse; samband; band; länk; förhållande)
de verbinding; de relatie; de link; het verband; de samenhang; de liaison; de connectie; de aansluiting; de band -
relation (förhållande; samband)
-
relation
Translation Matrix for relation:
Synonyms for "relation":
Wiktionary Translations for relation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• relation | → relatie | ↔ relation — mathematics: set of ordered tuples, a Boolean function of two or more arguments |
• relation | → betrekking; relatie; verhouding; opzicht; vertelling; relaas; verhaal; vertelsel; bekende; kennis; verstandhouding; omgang; verband; verkeer | ↔ relation — À trier |